Wanneer de oude levensstijl niet meer voldoet, moeten mensen iets anders verzinnen om hun brood mee te verdienen. De Inuit, bewoners van de noordelijke Poolgebieden, stapten over op kunst. Ze maken creatieve beeldhouwwerken, schilderijen en… schaakspellen.
De voorouders van de Inuit staken duizenden jaren geleden vanuit Azië de Beringlandbrug over en kwamen zo in het Noord-Amerikaanse poolgebied terecht. Vandaag de dag leven ongeveer 100.0000 Inuit in Siberië, Alaska, Groenland en Canada.
In dit afgelegen en onherbergzame gebied hadden de bewoners tot voor kort weinig contact met andere culturen. Incidenteel landden Europese ontdekkingsreizigers in Inuit leefgebieden aan de kust, maar vanwege de erbarmelijke omstandigheden bleven ze nooit lang. Gelegen boven de boomgrens ligt hier het hele jaar een dikke ijs- en sneeuwlaag. Bomen om huizen te bouwen zijn er niet en landbouw is niet mogelijk.
De Inuit leefden eeuwen van de jacht op de pooldieren en volgden deze beesten in hun trek. Niet alleen het vlees werd gebruikt: van botten maakten de Inuit gereedschap, lampen brandden op walrusvet, huiden werden bewerkt om kleding, tenten en zelfs boten van te maken. Deze harde levensstijl sprak de Europese gelukzoekers niet erg aan en zij bezaten ook niet de sublieme vaardigheden om te overleven in dit gebied. De Viking Eric de Rode was lang een uitzondering. Hij was waarschijnlijk de eerste ontdekkingsreiziger die in aanraking kwam met de Inuit en in 983 stichtte hij een nederzetting op Groenland.
Brengt verandering welvaart?
Tot eind 19e eeuw werden de Inuit aardig met rust gelaten totdat vanaf 1890 de Amerikanen en Europeanen naar het Noorden kwamen om op walvissen te jagen. Ze brachten alcohol en onbekende ziektes mee waar de Inuit niet tegen bestand waren. Deze combinatie was dodelijk voor veel van de oorspronkelijke poolbewoners. Ook de enorme vraag naar bont vanaf 1920 zorgde voor een aanwas van Westerlingen. Het leven en daarmee de cultuur van de Inuit veranderde pas echt drastisch na 1950. Kariboes waren nauwelijks meer te vinden en de bonthandel verminderde. Het werd steeds moeilijker om traditioneel te kunnen leven van wat het land hen bood.
De Canadese regering wilde hun leefomstandigheden verbeteren. Ze haalde de Inuit over om hun nomadische bestaan op te geven en in permanente vestigingen te gaan wonen. Naast een huis met heet water, elektriciteit en verwarming kregen ze toegang tot westerse winkelvoorraden, scholen en medicijnen. De traditionele hondenslee werd vervangen door de sneeuwscooter en de kajak door de motorboot. De jeugd die in deze nederzettingen werd geboren, groeide op zonder de conventionele levensstijl en de excellente manier van jagen die hun voorouders hadden bezeten. Omdat jagen geen bron van inkomsten meer was, moesten er banen geschept worden voor de nieuwe generatie Inuit. De regering hielp hen met het opzetten van de commerciële visserij en ambachtelijke en creatieve coöperaties.
Kunst als redding
In het kielzog van de handelaren en walvisvaarders waren de zendelingen gekomen. Zij probeerden de heidense Inuit te bekeren tot het christendom, wat uiteindelijk grotendeels is gelukt. De geestelijken oefenden ook op andere vlakken hun invloed uit. De eerste poging om de Inuit geld te laten verdienen door middel van kunst kwam van dominee Steinmann. In 1958 moedigde hij zijn parochianen in Povungnituk (Quebec Canada) aan om hun plaatselijke mythes uit te beelden.
De Inuit hebben zelf geen woord voor kunst. Ze zien hun werk als ‘sananquang’, wat letterlijk ‘het maken van een evenbeeld’ betekent. Favoriete onderwerpen zijn dieren en mensen, die niet beter kunnen worden uitgebeeld dan door een volk dat eeuwenlang hun prooien respectvol heeft geobserveerd. Het Schaakstukkenmuseum heeft in haar collectie een schaakspel gemaakt van klei door de Canadese Inuit. Ook op het schaakbord zijn hun favoriete onderwerpen, dat van mens en dier, te bewonderen.
Door Marjolein Overmeer
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.