Op 1 maart 1849 werd het octrooi geregistreerd voor een schaakspel dat nu nog over de hele wereld wordt gebruikt. Kampioen Howard Staunton verleende met enthousiasme zijn naam aan het nieuwe ontwerp.
Howard Staunton had geen gemakkelijke jeugd. Hij werd in 1810 geboren en was waarschijnlijk de bastaardzoon van Frederik Howard, graaf van Carlisle. De jonge Howard werd genegeerd door zijn rijke familie en genoot weinig onderwijs. Latere tegenstanders vonden hierin de oorsprong van zijn vermeende arrogantie en nare karaktertrekken.
Staunton verhuisde in 1836 naar Londen en kwam daar in contact met een nieuw fenomeen: schaakclubs met professionele spelers en spannende toernooien. Zijn interesse was gewekt. In de jaren die volgden won hij bijna alle wedstrijden die hij speelde. In de jaren 40 werd hij zelfs wereldkampioen en een nationale held.
Naast een gepassioneerd speler was Staunton ook een fervent schrijver. Hij gaf een schaaktijdschrift uit, schreef een handboek voor schaakspelers en kreeg in 1845 een column over schaken in de Illustrated London News. Hierin promootte hij het schaakspel en besprak hij kritisch de gespeelde wedstrijden.
Schaken wordt professioneler
De schaakclubs werden steeds groter en gingen toernooien sponsoren of zelf organiseren. Ze plaatsten hier advertenties voor en de pers schreef weer over de gespeelde strategieën en winnaars van de wedstrijden. Met de bekendheid van het spel groeide de professionaliteit. Voor het eerst in de geschiedenis werd het schaken een georganiseerde sport. Een belangrijk gevolg was dat het spel gestandaardiseerd moest worden om het voor alle spelers toegankelijk te maken.
Het instellen van een puntensysteem en een tijdslimiet (de voorganger van de schaakklok) hielpen hier aan mee. De schaakstukken vormden echter nog een probleem. Schaakclubs maakten hun eigen toernooistukken die eigenlijk niet erg goed waren. Ze waren niet echt handzaam of herkenbaar. Spelers die de toernooistukken nog nooit hadden gezien vonden het moeilijk om de stukken uit elkaar te houden. Dit leverde hen al een achterstand op voordat ze de wedstrijd waren begonnen.
De vraag naar een universeel ontwerp werd steeds groter en John Jaques, een ontwerper van spellen uit Londen, ging de uitdaging aan. De stukken moesten internationaal herkenbaar zijn en goed in de hand liggen. Ze moesten echter ook geproduceerd kunnen worden tegen een schappelijke prijs. Nathaniel Cook, de zwager van Jaques, was nauw betrokken bij het proces. Op 1 maart 1849 liet hij het octrooi voor het nieuwe ontwerp registreren. Cook was daarnaast de redacteur van Stauton en vroeg de kampioen om zijn naam te verlenen aan het ontwerp. Staunton ging hier graag mee akkoord om de populariteit van het schaken te vergroten.
Stauntonstijl verovert de wereld
Het schaakspel was in september van hetzelfde jaar te koop en Staunton voorzag de eerste 500 exemplaren van een handtekening. In zijn column bejubelde hij de perfectie van het nieuwe ontwerp en bespotte alle andere schaakspellen. Hiermee was Staunton de eerste beroemdheid die reclame maakte voor een commercieel product. Zijn opzet slaagde en het wat elitaire schaakspel kwam steeds meer in het bereik van de gewone man. Ook voor toernooien was het ontwerp een doorslaand succes. Al snel werd de ‘Stauntonstijl’ de standaard wedstrijdstijl. Vandaag de dag is het ontwerp nog steeds het meest populaire schaakspel ter wereld.
En Staunton? Hij organiseerde in 1851 het eerste internationale schaaktoernooi waarmee hij Engeland definitief op de kaart zette als belangrijkste schaaknatie ter wereld. Niet lang daarna moest hij echter stoppen met het spelen van toernooien vanwege gezondheidsproblemen. Hij richtte zich voornamelijk op het schrijven over Shakespeare maar zijn liefde voor schaken zou blijven. Na zijn dood op 22 juni 1874 vond men zijn onvoltooide manuscript Chess: Theory and Practice. Het boek werd in 1876 alsnog uitgegeven.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.