Perzië staat aan de wieg van onze westerse cultuur. Als geen ander wisten de Perzen onderdelen van andere culturen te omarmen en te verbeteren. Deze assimilatie vinden we ook terug in hun kunst.
De geschiedenis van Perzië gaat wel 30 eeuwen terug. In die enorm lange periode heersten niet alleen inheemse dynastieën over het land, maar ook buitenlandse bezetters als de Griek Alexander de Grote, Romeinen, Arabieren en Ottomanen.
Grote volksverhuizingen
De eerste inwoners van het gebied waren waarschijnlijk de Elamieten: archeologische sporen van dit volk gaan terug tot aan het vierde millennium voor Christus. Dit waren niet de vroege voorouders van de Iraniërs, die trokken pas rond 1500 voor Christus het gebied binnen. Waarschijnlijk in dezelfde periode trokken ook de huidige Europeanen, die Romaanse, Slavische en Germaanse talen spraken, Europa binnen om zich daar te vestigen. De vroegste schriftelijke vermelding van Perzische stammen op Iraans grondgebied geeft het Assyrische spijkerschrift in 844 voor Christus.
In de 6e eeuw was het politiek onrustig in Iran en greep een nieuwe dynastie, die van de Achaemeniden, de macht. Zij stichtten een enorm rijk dat bestond uit Klein-Azië, Mesopotamië, een deel van Centraal-Azië en het Oosten van het Middellandse Zeegebied. Bijzonder aan hun expansiepolitiek was de samenwerking met de plaatselijk onderworpen adel. Met name de beroemde koning Darius I streefde naar vrijheid van godsdienst, een humane binnenlandse politiek en zelfs hier en daar zelfbestuur. Dus ook al waren de Achaemeniden militair superieur aan de aan hen onderworpen volken, ze verzekerden zich wel van lokale steun om de eenheid te kunnen bewaren.
Religieuze tolerantie
De Achaemeniden vereerden de god Ahoera Mazda, de hoogste godheid van het Iraanse pantheon, en erkenden daarnaast het bestaan van andere goden. De Griekse geschiedschrijver Herodotos schreef in de 5 e eeuw voor Christus dat de Perzen hun eerbied voor hun god niet uitten in verering van diens afbeelding. Volgens hem onderscheidde de religie zich hiermee van primitievere geloven, zoals die van de Grieken zelf. Zij vereerden wel beelden van hun goden.
Aan de macht van de Achaemeniden kwam een einde met de komst van Alexander de Grote in de 4 e eeuw voor Christus. Alexander had veel bewondering voor de ontwikkelde Perzen en hun cultuur. Hij handhaafde dezelfde binnenlandse politiek als de Achaemeniden en de Perzische elite kreeg hoge overheidsfuncties toebedeeld in ruil voor steun en loyaliteit. Na Alexanders dood viel zijn enorme rijk uiteen en de Iraanse gebieden kwamen in handen van verschillende heersers.
Islam vervangt zoroastrisme
De Perzen die in de 3e eeuw na Christus voor een nieuwe omslag zorgden, waren de Sassaniden. Zij verenigden Iran en maakten er een gecentraliseerde staat van. In tegenstelling tot hun eerder genoemde voorgangers zagen de Sassaniden niets in religieuze tolerantie. Zij hingen het zoroastrisme aan, een monotheïstische leer, en verhieven het tot de officiële religie van Iran. Dit geloof bestaat nog steeds en wordt gekarakteriseerd door de strijd tussen goed (Ahoera Mazda) en kwaad (Angra Mainyu), waartussen de mens is ingeklemd. De leer is opgeschreven in het heilige boek van het zoroastrisme, de Avesta.
In de loop van de 7e eeuw raakten de Sassaniden verzwakt, onder andere door meerdere oorlogen met hun Byzantijnse buren. Het rijk kon daarom geen weerstand bieden aan de plotseling opkomende Arabieren met hun nieuwe religie, de islam. In hoog tempo werd het veroverde Iran islamitisch en het zoroastrisme verdween bijna geheel.
Kunst in Iran
Vanaf de oudheid hebben Iraanse kunstenaars de wereld afgebeeld op reliëfs, aardewerk, glaswerk, metalen zoals koper en brons, perkament, papier en doek. Traditie volgde op traditie en niet zelden werden oudere meesters gekopieerd om het belang van die traditie aan te tonen. Wel voegden kunstenaars door de tijd heen vaak nieuwe elementen toe. Het figuratieve in de Iraanse kunst is nooit verdwenen, ondanks het feit dat de koran ontmoedigt om mens en dier op afbeeldingen tot leven te wekken. In hun religieuze verleden vereerden de Perzen de afbeeldingen van hun goden al niet. Door goddelijke perfectie na te streven in hun kunst, vonden de kunstenaars juist dat ze Allah eerden.
Dit is ook terug te zien in de vormgeving van schaakstukken. Het schaakspel was al een onderdeel van de Perzische cultuur voordat de Arabieren arriveerden en de schaakstukken beeldden echte legers uit: olifanten, strijdwagens met paarden, koningen en voetsoldaten. Ook met de komst van de islam bleef het schaakspel populair en de schaakstukken figuratief.
Het Schaakstukkenmuseum bezit een schitterend Perzisch schaakspel van koper met een schaakbord van wit koper. Dit schaakspel past in de traditie van Sassanidische kunst, dat in de 6 e en 7 e eeuw schitterende zilveren gebruiksvoorwerpen, versierd met bloemen en dieren, voortbracht.
Door Marjolein Overmeer
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.