Absurde kunst, gedichten vol onbegrijpelijke taal en geknutselde fotocollages. De dadaïstenstroming liet de wereld iets unieks zien en horen, begin 20ste eeuw. De invloed van de beweging is tot vandaag de dag terug te vinden, ook in de ontwerpen van schaakspellen.

Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914, veranderde de wereld. Oorlogen kwamen regelmatig voor, maar de schaal van deze oorlog was ongekend. Nieuwe wapens en technieken, zoals gifgassen, zorgden voor een dodental onder soldaten en burgers dat niet te bevatten was. Politieke leiders wuifden kritiek op de manier van oorlogvoeren, met de loopgraven en de jonge jongens als willoos kanonnenvoer, weg. Zowel aan de kant van Duitsland en bondgenoten als bij de geallieerden, waren de heersers en hun generaals er van overtuigd dat de oorlog niet lang zou duren. Niets was minder waar. Vier jaar later was half Europa emotioneel en economisch geknakt en had ze miljoenen slachtoffers te betreuren. De deelnemende landen noemden het achteraf niet voor niets de Grote Oorlog.

Jeugd keert zich tegen regime
Tijdens deze Grote Oorlog keerden groepen jonge kunstenaars zich tegen het heersende regime door middel van absurde teksten en onconventionele kunstwerken. Uit angst om opgeroepen te worden voor dienst, waren vooral jonge Duitsers en Fransen naar het neutrale Zwitserland gevlucht. In Zurich ontstond in 1916 een beweging, waar zij zelf het woord ‘dada’ voor verzonnen. Dit babygeluid gaf uitdrukking aan hun afkeer tegen de oorlog en de traditionele maatschappij om hen heen. De dadaïsten vormden geen homogene groep en in elke stad was de beweging anders. In Zwitserland traden ze provocerend op met absurde shows die veel verontwaardiging oogsten. Maar al snel verwachtte het publiek deze absurditeit en werkte het concept niet meer.

Bauhaus chess set 1924 Josef Hartwig

Bauhaus schaakspel (versie uit 1924)

Het dadaïsme heeft uiteindelijk nog geen zes jaar bestaan. Vanuit Zurich verspreidde de stroming zich over Europa en de Verenigde Staten. In New York was beeldende kunst de belangrijkste uitingsvorm, in tegenstelling tot de meer tekstuele dadaïsten in Europa. Dadaïstische kunstenaars gebruikten hele normale, dagelijkse materialen om iets totaal anders en ongewoons te creëren en tot kunst te verheffen.

Na de officiële teloorgang in 1921, verdween de invloed van het dadaïsme niet. Als reactie op de nieuwe massaproductie van schaakspellen, begonnen kunstenaars te experimenteren met de klassieke vormen van schaakstukken. Een van de eerste pogingen hiertoe deed Josef Hartwig, een Duitse beeldende kunstenaar van de Bauhausschool. Hij ontwierp in 1923 het Bauhaus schaakspel, waarbij hij zich richtte op de functie van de schaakstukken en niet op uiterlijke kenmerken.

Doodnormaal maar toch niet
WP_20131228_044
Het idee om uit alledaagse materialen of bronnen iets totaal anders te creëren, de essentie van het dadaïsme, heeft zijn weerslag gevonden in het ontwerpen van schaakspellen. In het Schaakstukkenmuseum staat een schaakspel, ook uit Duitsland afkomstig, waarbij moeren en bouten zijn gebruikt om schaakstukken van te maken. Dit idee werd in de loop van de 20ste eeuw vaker gebruikt, ook weer door beeldende kunstenaars in New York die zich lieten inspireren door het dadaïsme. Schaken, een denksport, kan niet verder weg staan van bouwmaterialen en heeft dus helemaal niets met schroefjes en bouten te maken. Om van deze traditionele materialen nieuwe objecten te creëren, zonder link met de eigenlijke functies van het materiaal, is typisch dada.

Door Marjolein Overmeer