Spanje is een land met een rijke geschiedenis. Romeinen, Visigoten, Franken, Moren en Joden hebben allemaal hun stempel gedrukt op de cultuur van dit land. Uiteindelijk heeft de Katholieke kerk de regie in handen gekregen door de herovering van het eiland op de moslims in 1492. Met het machtige Spaanse Rijk dat toen ontstond, brak de Gouden Eeuw van Spanje aan.
Spaans schaakspel
In het Schaakstukkenmuseum staat een bijzonder schaakspel uit Spanje. Het maakt deel uit van de Collectie J.M. Glotzbach in het museum. Het schaakbord wordt op zijn kant gebruikt als rek, waar de schaakstukken in staan tentoongesteld. De grote houten stukken zijn bontgekleurd, met de rode partij tegenover de blauwe. Ze zouden zomaar de Spaanse koninkrijken Castilië en Aragon uit de middeleeuwen kunnen voorstellen.
Spaanse koninkrijkjes
Tot het einde van de 15e eeuw was het Iberisch schiereiland verdeeld in het islamitische Granada in het zuiden van Spanje, het koninkrijk Portugal in het westen, het koninkrijk Aragon in het oosten en het grote centraal gelegen koninkrijk Castilië.
In de vroege middeleeuwen versloegen de heidense Visigoten de Romeinen op het schiereiland, nadat het Romeinse Rijk totaal verzwakt was. Onderling kregen de Visigoten echter ruzie om de macht en uiteindelijk riepen ze de hulp in van de Moren, een islamitisch volk uit Noord-Afrika. Deze hulp verliep minder voorspoedig dan verwacht: het eindigde in een verovering van de Spaanse gebieden in de 8e eeuw. Het Iberisch schiereiland veranderde hiermee voor een groot deel in een islamitisch kalifaat. In de eeuwen onder Moors bewind zouden cultuur, wetenschap en landbouw tot bloei komen in Spanje.
De christelijke Spaanse koninkrijkjes in het noorden, maar ook buurlanden en de paus waren niet blij met de Moorse veroveringen. Vanaf het begin van de 8e eeuw tot aan 1492 hebben zij gevochten om de islamieten uit Spanje te verdrijven. Ten tijde van de kruistochten trokken de christelijke ridders bijvoorbeeld niet alleen naar Jeruzalem om tegen de islam te vechten, maar ook naar Spanje. Vanwege onderlinge oorlogen en de militair sterkere Moren heeft de complete herovering bijna 800 jaar geduurd. In de 13e eeuw wisten de Spanjaarden de Moren echter richting het zuiden te drijven en was alleen nog het koninkrijk Granada nog in islamitische handen.
Om de noordelijke gebieden te verdedigen werden veel kastelen in het grensgebied Castilië gebouwd, waaraan het gebied zijn naam te danken heeft: Castilië verwijst naar het Spaanse woord voor kasteel, castillo. Het andere belangrijke, en christelijke, koninkrijk op het Iberisch schiereiland was Aragon, gelegen in het oosten van het huidige Spanje.
Onheilspellende tijden
In de middeleeuwen wisselden pestepidemieën, oorlogen en hongersnood wisselden elkaar in hoog tempo af. Dit gold ook voor het Iberisch Schiereiland. Nadat de Moren naar het zuiden waren verdreven, waren de onderlinge oorlogen nog niet afgelopen. De koninkrijken Aragon en Castilië lagen regelmatig met elkaar in de clinch. Castilië mocht dan een groter gebied op het schiereiland hebben, Aragon veroverde vele gebieden daarbuiten, zoals grote delen van Italië, Sicilië en stukken van Griekenland. De pestepidemieën zorgden voor grote sociale onrust. De Joden, die met name onder de Moren in rust hadden kunnen leven en werken, werden nu aangewezen als zondebok. Vooral in de 14e eeuw vonden op grote schaal pogroms plaats. Dit zou tenslotte in 1492 leiden tot uitwijzing of bekering tot het christendom voor Joden.
Nieuwe rijkdommen, gouden tijden
1492 was ook het jaar dat Columbus Amerika ontdekte. Met deze ontdekking en vervolgens de kolonisering van nieuwe gebieden, kwamen enorme hoeveelheden goud en andere rijkdommen naar het schiereiland. Deze rijkdommen hoefden niet meer verspild te worden aan onderlinge oorlogen. Aragon en Castilië hadden zich na eeuwen ruzie verenigd door het huwelijk van Isabelle I van Castilië en Ferdinand II van Aragon in 1469. Samen met het op de Moren veroverde Granada en de gebieden in Zuid-Amerika, vormden hun koninkrijken vanaf het einde van de 15e eeuw het Spaanse Rijk.
Met de vrede op het schiereiland en de rijkdommen uit de koloniën brak de Gouden Eeuw aan voor Spanje. De economie, wetenschap en kunsten bloeiden en Spanje was toonaangevend in Europa. Karel V, de kleinzoon van het koningspaar, zou de oppervlakte van het koninkrijk nog eens een stuk groter maken, vooral door vererving. Zo vielen ook de Nederlanden in de 16e eeuw onder de Spaanse kroon.
De Spaanse Gouden Eeuw was niet voor eeuwig: ze zou ten einde komen in de 17e eeuw. De vele oorlogen binnen hun uitgebreide grondgebied, zoals de Opstand in de Nederlanden, zadelden het rijk op met enorme schulden. Andere landen, zoals de economisch bloeiende Republiek der Verenigde Nederlanden, namen het stokje over.
Door Marjolein Overmeer
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.