Het Schaakstukkenmuseum is in het bezit van het sprookjesachtige Duizend-en-één-nacht schaakspel. Het verhaal achter deze verzameling sprookjes is minder rooskleurig.

Eeuwen geleden vertrouwde de bedrogen sultan Sjahriaar geen enkele vrouw meer, maar vrouwloos door het leven wilde hij niet. Zijn oplossing was elke dag een nieuwe vrouw trouwen, om haar na de huwelijksnacht te laten vermoorden. Voordat ze overspel zou kunnen plegen.

Sheherazade vertelt verhalen aan de Sultan

Sheherazade vertelt verhalen aan de Sultan

Volgens de overlevering kon de dochter van de grootvizier, Sheherazade, dit bloedbad niet langer aanzien en bedacht ze een list. Ze trouwde met de sultan en vertelde hem tijdens de huwelijksnacht een spannend verhaal. Aan het einde van de nacht was het verhaal echter nog niet afgelopen.

Benieuwd naar de afloop liet de sultan haar nog maar een nacht leven. De volgende nacht vertelde Sheherazade verder, maar ook nu was het plot nog niet in zicht bij het krieken van de dag. Zo vertelde de slimme vrouw de sultan 1001 nachten lang verschillende spannende verhalen. Na al die nachten was de sultan van haar gaan houden én zijn angst voor overspelige vrouwen kwijtgeraakt. Het paar trouwde en leefde nog lang en gelukkig.

Verschillende herkomsten
In grote lijnen is dit de gangbare geschiedenis van de verzameling verhalen Duizend-en-één-nacht en haar vertelster. De werkelijke herkomst van de sprookjes is onmogelijk te achterhalen. Ze zijn namelijk door de eeuwen heen mondeling doorverteld en ze komen ook nog eens uit verschillende landen. De oudste verhalen uit de verzameling stammen al uit het India van de 9e eeuw.

Europese landen maakten in de middeleeuwen kennis met verschillende verhalen uit het Midden-Oosten, maar vanaf de 18e eeuw werd de verzameling sprookjes Duizend-en-één-nacht populair. Oriëntalist Antoine Galland vertaalde de sprookjes in het Frans en publiceerde ze voor het eerst onder deze naam. Een gedeelte van de verhalen baseerde Galland op oorspronkelijke Arabische geschriften. Zijn boeken waren onmiddellijk een succes en in de meeste Europese landen verschenen verschillende vertalingen en bewerkingen van de sprookjes. De uitgevers van Galland roken geld en zetten hem onder druk om meer verhalen te vertalen. Toen dit niet snel genoeg gebeurde, namen de uitgevers ook andere sprookjes aan. De herkomst van deze verhalen was niet helemaal duidelijk maar ze publiceerden ze toch als onderdeel van hun Duizend-en-één-nacht verzameling. Boeken verkochten namelijk een stuk beter met het predicaat ‘vertaling van originele oosterse sprookjes’.

Aladdin met zijn wonderlamp in de magische tuin

Aladdin met zijn wonderlamp in de magische tuin

Aladdin en Alibaba
Van enkele bekende sprookjes uit de verzameling twijfelen we tegenwoordig of ze wel oorspronkelijk zijn, zoals de verhalen over Aladdin en de wonderlamp en Ali baba en de 40 rovers. Van een bevriende pater hoorde Galland veel oosterse verhalen. De daarbij gemaakte aantekeningen bewerkte hij later tot volledige sprookjes. In deze sprookjes komen veel Europese elementen voor. Richard Burton, de Engelse ontdekkingsreiziger en vertaler van Duizend-en-één-nacht, wees hier in de 19e eeuw op, onder andere in Aladdin. In een oorspronkelijk Arabische verhaal zou de sultan nooit zijn paleis verlaten voorafgaand het ochtendgebed en ook het beschreven damspel in een koffiehuis was in de Arabische wereld onbekend.

Wat betreft de thematiek vertonen deze verhalen ook grote overeenkomsten met talloze Europese sprookjes, waardoor latere wetenschappers zijn gaan vermoeden dat het om een oriëntaalse versie van Europese verhalen gaat. Ze passen bij het beeld van het toverachtige Midden-Oosten zoals dat in Europa gangbaar was. Verschillen zijn ook terug te vinden in de moraal. Europese sprookjeshelden, zoals bij de gebroeders Grimm, zijn vaak personages in een ideale en verzonnen sprookjeswereld. Daarnaast hebben ze een pedagogische waarde: goed gedrag wordt uiteindelijk beloond. De figuren uit Arabische sprookjes zijn daarentegen veel meer levensecht en menselijker. De wereld waarin het verhaal zich afspeelt is de werkelijke, dagelijkse omgeving en de held is niet zelden een uitgekookte dief.

Sprookjes beïnvloed door verschillende culturen en godsdiensten
Professionele verhalenvertellers vertelden de oosterse sprookjes ter ontspanning in koffie- en theehuizen. De kunst van het vertellen en het kennen van verhalen behoorden tot de tien vaardigheden van ontwikkeling. Arabische sprookjes waren dan ook niet bestemd voor kinderen maar voor volwassenen en met name voor mannen. De sprookjes uit de verschillende Arabische landen en periodes, waaronder pre-islamitisch, zijn een mengeling van tradities, culturen en vertelvormen. Mythologische verhalen uit het oude Egypte of Babylon hebben net zoals het christendom en het jodendom sporen achtergelaten in het oosterse sprookje.

De islamitische invloed is echter dominant. Door de islam werden sprookjes uit verschillende gebieden onder de noemer Duizend-en-één-nacht gebracht. Het handelen van veel sprookjesfiguren is gestoeld op de vijf zuilen van de islam: geloofsovertuiging, vijfmaal per dag bidden, het schenken van aalmoezen, het vasten tijdens de ramadan en de pelgrimstocht naar Mekka. In de bewerkte verhalen van Galland is dit niet altijd het geval. Ook zijn vertalingen zijn niet overal even getrouw, maar dat was niet uitzonderlijk in die tijd. Vertalers streefden niet zozeer naar een betrouwbare weergave van de tekst, maar naar een tekst die de lezer het meest zou aanspreken.

1001-nacht

1001-nacht

De variaties in de uitbeelding van van Duizend-en-één-nacht zijn al evenzeer eindeloos. In het Schaakstukken zijn verschillende uitvoeringen te bewonderen: van Disney tot aan een vrolijk gekleurd schaakspel in oosterse stijl.

Door Marjolein Overmeer