Een van de eyecatchers in het Schaakstukkenmuseum is een schitterend schaakspel met grote houten stukken en het bijbehorende schaakbord met koperbeslag. De set komt uit Taiwan en als je naar de vormen van de schaakstukken kijkt, zie je Chinese invloeden. Dit heeft Taiwan deels te ‘danken’ aan de Nederlanders.
Tot in de 17e eeuw was Taiwan een soort niemandsland. De Chinezen noemden het Dong Fan, oosters barbarenland, en lieten het eiland voor wat het was. De inheemse stammen waren meer verwant aan volken op de Filipijnen en spraken een taal die eerder leek op het Maleis dan Chinees. De Chinese overmeestering van het eiland in 1683 heeft dit veranderd.
VOC zoekt luxe producten
De Nederlanders in de 17e eeuw, of eigenlijk de Verenigde Oost-Indische Compagnie, probeerde vaste voet aan Chinese wal te krijgen voor de handel. De Chinezen wilde hier echter niets van weten en hielden de poort dicht. De VOC mocht zich vanaf 1624 wel vestigen in het nabijgelegen niemandsland, dat in Europa bekend stond onder de naam Formosa. Vanaf hier konden ze niet alleen handel drijven met China maar ook met Japan. Uit de oosterse landen kwamen veel gevraagde luxegoederen als zijde, porselein en later thee. Met het stijgen van de welvaart in Nederland, steeg ook de vraag naar dit soort luxeproducten. De VOC bouwde forten aan de kust en verbood anderen handel te drijven met Japan. Werkeloze handelaren zette de VOC in als kapers van schepen die handelden met de Spanjaarden op de Filipijnen.
Na zo’n 10 jaar handeldrijven werd het eigenlijk wel eens tijd voor gebiedsuitbreiding. De meegekomen dominees hadden hier een aandeel in. Zij hadden landinwaarts een deel van de inheemse bevolking bekeerd. De Nederlanders verjoegen de Spanjaarden die aan de noordkust een fort in handen hadden, en namen grote delen van het binnenland in. Meerdere dorpen, waaronder het grootste dorp van Formosa met 4000 inwoners, maakten zij met de grond gelijk. Een gedeelte van de inheemse bevolking, bestaand uit jagers, verzette zich hevig. Zij werden afgeslacht en hun vrouwen en kinderen verdeeld over de andere dorpen.
Lezen en schrijven
Voor de komst van de Nederlanders was er veel strijd tussen de verschillende stammen op het eiland en enkele stammen bekeerden zich tot het christendom in ruil voor bescherming van de VOC. Ook de lagere belastingen voor christelijke inwoners kan invloed hebben gehad op het hoge aantal bekeerlingen. Hoewel zendelingenwerk niet tot prioriteiten hoorde van de VOC, groeide hier een christelijke gemeenschap. De dominees leerden deze mensen lezen en schrijven in het Latijnse alfabet. De kerstening op Formosa was uniek in de geschiedenis van de VOC. Dat was niet de enige verandering op het eiland. De inwoners veranderden binnen een generatie van jagers naar landbouwers. De vraag naar landbouwgoederen door de VOC was namelijk groot.
Het eilandje Formosa was een succesverhaal in de korte tijd onder beheer van de VOC, van 1624 tot 1662. De handel en landbouw leverde de VOC jaarlijks 1,5 miljoen gulden op. Dit was een enorm bedrag in die tijd. Om aan de vraag naar landbouwproducten te voldoen, verpachtte de VOC grote stukken grond aan Chinese landarbeiders. Het aantal Chinezen en plantages groeiden snel: rond 1650 was het aantal dorpen gegroeid van 44 naar 315 en rond het VOC-fort Zeelandia woonden 15.000 Chinezen. Dit zorgde voor spanningen tussen de nieuwkomers en de Formosanen en ook de Hollanders voelden zich niet helemaal veilig. Niet onterecht bleek later.
De Chinezen hadden hun oog laten vallen op de florerende handel en landbouw met nieuwe gewassen en ontwikkelde waterwerken en in 1662 veroverden zij het eiland. Fort Zeelandia werd omsingeld en na een beleg van 9 maanden volgde de overgave. De Nederlanders mochten vertrekken met enkele persoonlijke spullen, maar de rest van de bezittingen bleven achter. Een pijnlijk gezichtsverlies voor de tot dan toe vrijwel onoverwinnelijke VOC.
Nederlandse spelling
Als onderdeel van het Chinese Rijk groeide het aantal Chinezen nog sneller en zij vormden al snel een meerderheid op het eiland. De Nederlandse invloeden zijn echter niet helemaal verloren gegaan. De ruïne van fort Zeelandia staat er nog en er zijn enkele Nederlandse namen terug te vinden op het eiland. Van de Nederlandse taal zijn verder weinig invloeden bekend. Wel werden tot in de 19e eeuw de koopcontracten in tweevoud opgemaakt: in Chinese karakters en in krullerig zeventiende-eeuws Latijns schrift met Nederlandse spelling. De erfenis van Nederlandse predikanten met zendingsdrang.
Door Marjolein Overmeer
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.