Dierendag staat voor de deur en daarom krijgt dit keer het beeldje van schakende huisdieren extra aandacht. Dit schattige tafereeltje is leuk om naar te kijken in het museum. Minder leuk is het voor echte dieren die iets ongewoons kunnen of bijzonder zijn. Ook zij trekken al sinds mensenheugenis kijkers.
Het beeldje van de schakende honden is in het Schaakstukkenmuseum terecht gekomen als item uit de Collectie Rademaker. Het valt bijna niet op, omdat de harige schakertjes niet veel groter zijn dan de schaakstukken waar ze de vitrine-plank mee delen. Uitvergroot zijn de details pas goed te zien. Zowel het schaakbord als de glazen zijn bijna leeg, het was vast een leuke avond.
Wij toeschouwers vinden het altijd leuk wanneer we menselijke trekjes in dieren zien. Dieren die tentoongesteld worden of trucjes doen voor een publiek, zoals apen in kleertjes met kwajongensstreken, hebben dan ook een enorme aantrekkingskracht op mensen. Onbekende dieren trekken ook gegarandeerd kijkers. Zeker in vervlogen tijden zonder televisie of gekleurd drukwerk, waren exotische dieren een enorme trekpleister.
Aap cadeau
Vanaf de zeventiende eeuw kwamen exotische dieren vaak mee met de schepen van de Verenigde Oostindische Compagnie, de handelsschepen die via Zuid-Afrika naar Indonesië voeren en weer terug. De meeste dieren stierven onderweg, maar van enkele overlevers zijn gelukkig tekeningen en schilderijen bewaard gebleven. Zij kwamen terecht op kermissen, bij rijke verzamelaars of werden cadeau gedaan aan een stadhouder of koning.
Zo kreeg stadhouder Willem V een orang-oetan van Borneo, die op meerdere tekeningen en schilderijen is terug te vinden. Aart Schouman tekende de aap in 1776 een paar keer, terwijl hij een appeltje van een tak plukt, op een stok leunt en iets met een vork van een bord eet. De aap leerde na aankomst namelijk al snel met bestek te eten en kreeg een gevarieerd menu voorgeschoteld. Hij was dol op aardbeien en kon ook peterselie wel waarderen.
Voordat de orang-oetan naar de dierentuin van de stadhouder verhuisde, had opzichter en botanicus Arnout Vosmaer hem een maand op zolder aan een ketting liggen. Zijn observaties schreef hij op, net als bij de andere dieren uit de dierentuin van Willem V. Volgens de verhandeling over de orang-oetan uit 1778 hielden de exotische dieren het meestal niet langer uit dan een jaar of drie. Ze werden dan ziek ‘volgens een loflyke gewoonte dezer Diergaarden’, schreef Vosmaer . Volgens hem veroorzaakten het Nederlandse klimaat, het voedsel en het feit dat de dierentuin op te natte grond lag, deze hoge sterftecijfers.
Op de kermis
Exotische dieren cadeau geven kwam veel voor, maar niet iedereen zat erop te wachten. Eenmaal volwassen was er vaak geen ruimte meer voor de dieren of werden ze te gevaarlijk. Deze afgedankte dieren kwamen meestal in handen van rondreizende artiesten die hen tentoonstelden. Omdat toen niemand ooit zoiets vreemds als een olifant, neushoorn of leeuw in het echt had gezien, kwamen hier drommen mensen op af.
Een beroemd voorbeeld is het Indonesische neushoorntje Clara. Als baby kreeg Jan Albert Sichterman, de directeur van de Bengaalse VOC-nederzetting, haar cadeau en ze groeide op in zijn huishouden. Tijdens diners liep de tamme Clara door de kamer, tot groot plezier van de gasten. De neushoorn werd echter te groot en verkocht aan Douwe Mout van der Meer. Deze VOC-schipper nam Clara mee naar Nederland: op 22 juli 1741 kwamen ze aan in Rotterdam.
Van der Meer reisde jarenlang met de neushoorn langs Nederlandse kermissen en markten. Hij had een overdekte kar gemaakt voor Clara die door wel vier of zes ossen getrokken moest worden. Ze at hooi, brood, fruit en groente en niet in kleine hoeveelheden: per dag gingen er 20 pond brood en 14 emmers water naar binnen en dat waren slechts de basics. Clara had ook slechte gewoontes van mensen overgenomen. Ze was niet vies van een wijntje en het schijnt dat ze de tabaksrook lekker vond die Van der Meer in haar neus blies.
In 1746 startte een Europese tour, zo beroemd was Clara ondertussen. Haar afbeelding verscheen overal, in advertenties, op prenten en zelfs schilderijen. Voor Clara’s komst wist niemand in West-Europa hoe een neushoorn er exact uitzag. Er was slechts één anatomisch incorrecte tekening bekend. Albrecht Dürer had deze tekening in 1515 gemaakt, nadat iemand hem had verteld hoe een neushoorn eruit zag. Clara trok twaalf jaar lang volle zalen en inspireerde zelfs de mode in Parijs.
In 1758 deed de wereldreiziger in Londen voor het laatst haar kunstje en stierf. Helaas zouden er nog veel dieren volgen, die tentoongesteld werden of trucjes moesten doen voor het vermaak van het publiek. In het Schaakstukkenmuseum houden we het bij het tentoonstellen van dierenbeeldjes en schaakspellen met dierenthema. Daarvan zijn er gelukkig ook genoeg.
Door Marjolein Overmeer
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.