Zondag 28 oktober gaat Feyenoord op bezoek bij aartsrivaal Ajax. Deze voetbalwedstrijd staat al decennia lang te boek als dé klassieker van Nederland, inclusief hoofdletter. Een schaakspel dat deze Klassieker uitbeeldt kon natuurlijk niet uitblijven.

Het Feyenoord-Ajax schaakspel in het Schaakstukkenmuseum is een recente aanwinst. Het is onderdeel van de Collectie Rademaker en sinds eind vorig jaar in het museum te zien. Wanneer het spel gemaakt is, is onbekend, maar de tenues van de spelers zijn in ieder geval van voor 1982. Vanaf dat jaar was reclame op shirts toegestaan en kwamen de sponsornamen op de shirts terecht.

Feyenoord- Ajax schaakspel, Collectie Rademaker

Volk gaat sporten
We schoppen al eeuwen tegen ballen aan maar als volkssport ontwikkelde het voetbal zich pas aan het einde van de negentiende eeuw. Daarvoor was sporten alleen weggelegd voor mensen uit de rijkere milieus. De werkdagen waren een stuk langer en de lonen laag dus de meeste mensen hadden simpelweg te weinig tijd en geld om te sporten.

De beide clubs van het schaakspel bestaan al sinds de begintijd van voetbal als volkssport. Ajax is opgericht in 1900 en Feyenoord in 1908, in een kroeg in de wijk Feyenoord. In de beginjaren werd er gevoetbald op het Afrikaanderplein. De mensen die in de arbeiderswijken van Rotterdam-Zuid woonden, waren arme arbeiders en het was moeilijk om de club van de benodigde spulen te voorzien. Zo konden de voetballers geen leren bal betalen, en maakten ze er zelf één van oude kranten met touw eromheen.

Nieuw stadion
Ajax was vanaf het begin al vermogender en dus professioneler. De club uit Amsterdam-Oost had veel leden uit de middenstand die een hogere contributie konden betalen. Ajax deed het goed in de vroege jaren van de competitie, die tot 1954 uit amateurs zou bestaan, en veroverde in 1918 en 1919 de landstitel. De populariteit van de club steeg en de houten tribunes in Oost voldeden niet langer. Een groter stadion was nodig om alle supporters en toeschouwers een plek te geven en in 1934 opende stadion De Meer de deuren in Watergraafsmeer.

Feyenoord promoveerde in 1921 naar de hoofdklasse en werd in 1924 voor het eerst landskampioen. Ook hier nam het publiek toe en zat het stadion steeds voller. In Rotterdam moesten ze echter nog even wachten tot de droom van een groter stadion uitkwam. Feyenoordaanvoerder en speler van Oranje Puck van Heel sloeg in 1935 de eerste paal van Stadion de Kuip. Hier vonden wel 60.000 toeschouwers een plek.


Middels een estafetteloop verhuist de Feyenoordvlag van het oude stadion naar de nieuwe Kuip, Polygoonjournaal 1937

Stadsderby’s
In hun beginjaren vonden beide clubs hun grootste rivaal in de eigen stad. Voor het volkse DWS was een wedstrijd tegen het meer elitaire Ajax van groot belang. Dat gold net zo voor Feyenoord, de volksclub op Zuid, als ze tegen Sparta speelden, de eliteclub uit West.  Sparta was lang beter dan Feyenoord en werd in die dagen vijf keer landskampioen. Maar Feyenoord werd steeds professioneler en in het jaar dat de club promoveerde naar de hoofdklasse, degradeerde Sparta juist.

De wedstrijden tussen stadsgenoten waren lang het meest populair. Zowel de spelers als de supporters waren net wat fanatieker en verliezen was nog erger dan anders. Maar al in de eerste wedstrijd tussen Feyenoord en Ajax, in 1921, was het spannend tussen deze twee ploegen. Ajacied Theo Brokmann speelde een bal op de lat: alle Feyenoorders zagen de bal voor de doellijn neerkomen, terwijl alle Ajacieden hem natuurlijk achter de doellijn zagen. De scheidsrechter floot in het voordeel voor Ajax, maar na protest van Feyenoord is dat enkele weken later teruggedraaid door de onderzoekscommissie. Nieuwe eindstand: 2-2.

Clubs in de media
De media beschreef de wedstrijden tussen Feyenoord en Ajax, maar ook de stadsderby’s, al sinds het begin van het profvoetbal als klassiekers. Maar dé klassieker, die met hoofdletter, kwam pas op in de jaren tachtig. Sindsdien is dé Nederlandse klassieker de wedstrijd tussen Feyenoord en Ajax. In die jaren werden ook de verschillen tussen de clubs steeds verder uitvergroot: de arbeidersclub tegen de arrogante bluffers. Met spelers die bekend staan om hun werklust tegen de technisch begaafde paradepaardjes. De supporters gaan net zo om met hun spelers: de harder werker Dirk Kuyt is altijd op handen gedragen terwijl de balvirtuoos Van Persie in zijn jonge jaren werd uitgekotst vanwege zijn branie.

Waar in andere landen de klassiekers gaan tussen clubs van verschillende religies of twee clubs binnen een stad, heeft onze Klassieker een economische achtergrond met de daarbij horende culturele verschillen. Alleen zijn de verschillen tussen de meeste supporters van Ajax en Feyenoord tegenwoordig niet zo groot meer en daarnaast zijn de supporters van beide clubs in het hele land te vinden. Maar ook al zijn de clichés niet (meer) terecht,  ze blijven de Klassieker een smeuïg karakter geven.

Veel plezier met het kijken naar de Klassieker op 28 oktober en wie daarna nog even in de aartsrivalensfeer wil blijven, kan zijn hart ophalen met het Feyenoord-Ajaxspel in het Schaakstukkenmuseum.

Door Marjolein Overmeer