Als afsluiter van het jaar een tweeluik over terrorisme en vrede. Deze onderwerpen spreken ook de makers van schaakspellen aan. Ik begin met het War on Terror schaakspel, waarbij de maker zich heeft laten inspireren door de politieke gebeurtenissen na de aanslagen in New York in 2001.
Het War on Terror schaakspel is onderdeel van de Collectie Rademaker. We zien de Amerikaanse president George W. Bush het met de Engelse premier Tony Blair opnemen tegen islamitische kopstukken als Osama bin Laden, Saddam Hussein en Bashar al-Assad. Zo heb je de belangrijkste aanstichters van oorlogen in de laatste decennia voor je neus staan tijdens een onschuldig spelletje schaak…
Kritiek islam
Terroristische aanslagen hebben zich sinds 2001 verspreid over de rest van de wereld. Westerse steden en critici van de islam waren daarbij een belangrijk doelwit. In Nederland is er geen grote aanslag gepleegd op een publiek doelwit maar er vielen wel slachtoffers. Zo vermoordde de geradicaliseerde Mohammed Bouyeri in 2004 filmmaker en columnist Theo van Gogh, vanwege zijn een anti-islamfilm en ridiculisering van de profeet Mohammed.
Bouyeri was de leider van een in Nederland opererend collectief van radicale moslimjongeren die de Hofstadgroep werd genoemd. Tot een grote aanslag zijn deze jongeren echter nooit gekomen. Dit wil niet zeggen dat Nederland onbekend is met terroristische aanslagen door jongeren. In de jaren zeventig was het namelijk flink raak. In deze tijd waren het niet de moslimjongeren die radicaliseerden, maar de Zuid-Molukkers.
In tegenstelling tot het religieus terrorisme aan het begin van de 21e eeuw ging het deze jongeren om iets heel anders. Zij zijn de geschiedenisboeken ingegaan als politieke terroristen die streden voor een onafhankelijke Molukse staat. Wanneer de Molukse jongeren in 1970 op gewelddadige wijze de residentie van de Indonesische ambassadeur in Den Haag bezetten, gaat er een schokgolf door Nederland. We hadden hier namelijk geen ervaring met terroristische aanslagen door Nederlanders. Hoe had het zo ver kunnen komen?
Tijdelijk naar Nederland
De strijd voor een onafhankelijke staat kwam niet uit de lucht vallen. Tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949) vochten de Zuid-Molukse soldaten in het Nederlands-Indische leger (KNIL) tegen de Indonesische vrijheidsstrijders. Nadat Indonesië onafhankelijk was geworden, riepen de Zuid-Molukkers hun eigen onafhankelijke Republik Maluku Selatan (RMS) uit. Indonesië erkende de RMS alleen niet.
Om de fragiele band met Indonesië niet onder druk te zetten, haalde de Nederlandse regering in 1951 ongeveer 12.500 Molukkers, KNIL-soldaten en hun gezinnen, naar Nederland. Ze beloofde dat het maar voor een korte periode zou zijn. Na aankomst ontsloeg de regering de soldaten uit het leger, ondanks trouwe dienstjaren. Dit deed geen goed voor het vertrouwen in Nederland en daarnaast waren de Molukkers nu niet alleen staatloos, maar ook werkloos.
De mannen en hun jonge gezinnen werden ondergebracht in voormalige doorgangskampen uit de Tweede Wereldoorlog, Westerbork en Vught. Integratie vonden beiden kanten geen goed idee, en de Molukkers zaten hun tijd uit totdat ze terug zouden kunnen keren. Dat moment kwam echter niet, evenmin als de RMS. Met name jongeren uit de tweede generatie pikten dat niet en radicaliseerden.
Onverwacht geweld
Wanneer de Molukkers in 1970 horen dat de Indonesische president Soeharto in Nederland op bezoek komt, kondigen ze protestacties aan. Nederland had geen protocol voor terroristische dreiging en schroefde de beveiligingsmaatregelen op door de Indonesische residentie onder permanente beveiliging de stellen, van wel één extra politieman. Op 31 augustus werd de agent zonder pardon doodgeschoten en bezetten 14 Molukse jongeren het gebouw en gijzelden de werknemers. De regering is geschokt maar wil zich niet laten dwingen tot inhoudelijke concessies. Na onderhandelingen van de RMS-president Manusama en de Molukse dominee Metiary gaven de terroristen zich over en belandden ze in de gevangenis.
Omdat er politiek niets veranderde, voerden de Molukkers vanaf 1975 meerdere gewelddadige gijzel-acties uit. De Molukkers hadden er geen vertrouwen meer in dat iemand überhaupt naar hen zou luisteren zodat onderhandelingen mislukten. Zowel aan de kant van de gijzelaars als de gijzelnemers vielen meerdere dodelijke slachtoffers.
De bekendste actie stamt uit 1977, waarbij Molukse jongeren een trein kaapten ten hoogte van het Drentse De Punt en tegelijkertijd een lagere school in Bovensmilde. Ze eisten vrijlating van de eerdere gijzelnemers. Deze gijzeling duurde twee weken en kon op weinig steun rekenen. Met het gijzelen van schoolkinderen hadden de Molukkers al hun krediet verspeeld onder de Nederlandse regering, de bevolking maar ook binnen een groot deel van hun eigen gemeenschap.
RMS leeft niet
De acties leverden weinig op en de Nederlandse regering reageerde met gewapende invallen, waarbij de militairen volgens latere getuigen zonder pardon de gijzelnemers mochten doodschieten. Daarbovenop kwamen hoge gevangenisstraffen voor de daders die het overleefden, wat de Molukkers zou hebben afgeschrikt voor verdere acties. Maar waarschijnlijk belangrijker was dat de jongeren tijdens een georganiseerd bezoek aan Ambon inzagen dat de RMS helemaal niet leefde op de Molukken zelf. Ze vochten voor iets waar de Ambonezen niet op zaten te wachten.
Met de tijd integreerden de jongeren beter in de Nederlandse samenleving, waarbij ook de investeringen in betere scholing, huisvesting en werk voor de Molukse gemeenschap hielpen. Zowel de regering als de Molukkers legden zich neer bij het feit dat deze gemeenschap in Nederland was om te blijven. De gewelddadige jaren waren voorlopig voorbij…
Door Marjolein Overmeer
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.