Het einde van de Ramadan, de heilige Islamitische vastenmaand, is aangebroken. Een mooie gelegenheid om te kijken wat de Arabische wereld heeft betekend voor de wereldwijde populariteit van het schaken.
Door Marjette van Koperen

Waar en wanneer het schaakspel is ontstaan weet niemand precies. Wat we wél zeker weten, is dat het schaakspel zonder de Arabische cultuur nooit in Europa zou zijn gekomen. De Arabische khaliefen namen het spel over uit India, en gaven het op hun beurt weer door aan de Europese handelaren.

Grootvizier puzzelt schaakspel uit

Volgens de Shânâma, een oud Arabisch gedicht dat ‘Boek der Koningen’ betekent, kwam het schaakspel ooit naar Iran dankzij een list: een Indiase onderkoning die geen zin had om belasting te betalen aan de heerser van het gebied, de Iraanse vorst Nurishvan, bedacht een slimme truc. Hij stuurde een boodschapper met een schaakspel naar Iran, en vroeg of hij vrijstelling van belasting zou krijgen als koning Nurishvan er niet achter kon komen hoe het spel gespeeld zou moeten worden.

Gelukkig had de Iraanse vorst een wijze raadgever, de grootvizier Buzurjmihr, die na zeven dagen en zeven nachten nadenken eindelijk wist wat hij met de stukken en het spelbord moest doen. Hij won het potje schaak tegen de Indiase boodschapper, en zorgde er zo voor dat de belasting weer geïnd kon worden. Koning Nurishvan was zo onder de indruk van dit nieuwe spel, dat hij er helemaal aan verslingerd raakte. Het duurde niet lang voordat het schaakspel in het hele Perzische Rijk werd gespeeld.

Religieuze bezwaren
Toch was niet iedereen blij met dit nieuwe spel: de islamitische Schriftgeleerden vroegen zich af of het spel wel geschikt was voor vrome moslims. In de Koran stond namelijk dat levende wezens niet afgebeeld mochten worden: de schaakstukken die mensen of dieren voorstelden, waren dus niet in lijn met de regels van de islam. Al snel ontstonden er dus alternatieve schaakspelen: de koning en koningin werden vervangen door een abstract figuur, de raadgever werd een loper, en de strijdwagen-met-paard werd een toren. De toren en de loper zien we nog steeds terug in de schaakspelen van nu!

Een ander bezwaar van de Schriftgeleerden was dat mensen die zich teveel met schaken bezig hielden, hun religieuze en huiselijke taken zouden verwaarlozen. Wellicht hadden ze hierin een beetje gelijk: in de Shânâma staat het verhaal van Amîn, de leider van Baghdad. Amîn werd zo in beslag genomen door het potje schaak tegen zijn vrouw Kawthar, dat hij helemaal geen aandacht meer had voor het verdedigen van de stadsmuren tegen de vijandelijke troepen die Baghdad omsingeld hadden. Toen de stad dreigde te vallen reageerde hij volgens de overlevering: “Wacht even! Nog een paar zetten, dan kan ik Kawthar schaakmat zetten!”

Maar de Schriftgeleerden hadden nog meer bezwaren. In de Koran staat namelijk dat levende wezens niet afgebeeld mogen worden. De schaakstukken die mensen of dieren voorstelden, waren dus niet in lijn met de leer van de Islam. Al snel kwam een alternatief op de markt. Abstracte cilinders vervingen de koning en koningin, de raadgever veranderde in een loper en de toren kwam in de plaats van de strijdwagen-met-paard.

Abstract designed chess set from Italy

Schaakspel in abstracte vormen uit Italië, 20e eeuw

De toren en de loper zien we terug in de hedendaagse schaakstukken en ook de abstracte vormgeving inspireert nog steeds. In de vitrines van het museum staat een mooi Italiaans schaakspel van plexiglas met een cilinderachtige vormgeving.

Populair
Ondanks de bezwaren van de Schriftgeleerden werd het schaakspel een van de populairste spellen in de Arabische wereld. Alleen tijdens de Ramadan, de heilige Islamitische vastenmaand, spelen moslims geen spelletjes. In deze maand staan ze stil bij hun geloof door te vasten en bewust te leven. Het gezellige Suikerfeest sluit de vastentijd af. De gelovigen gaan op bezoek bij vrienden en familie, eten uitgebreide maaltijden met elkaar en, wie weet, spelen een partijtje schaak.

Door Marjolein Overmeer