De Verenigde Staten heeft hard gevochten voor onafhankelijkheid van het Britse moederland. De oorlog barstte uit op 19 april 1775 en zou ruim 8 jaar het land lam leggen. De strijdende partijen zijn ook weergegeven op het schaakbord . Maar een van de belangrijkste spelers zal niet snel uitgebeeld worden: generaal Benedict Arnold.
Vlam in de pan
Het einde van de 18e eeuw was een roerige tijd. De leus vrijheid, gelijkheid en broederschap, ontsproten in Frankrijk, verspreidde zich langzaam over Europa. Maar niet alleen in de Oude Wereld waren de mensen de heersende en graaiende klasse zat. Ook Amerika, een kolonie van Groot-Brittannië, roerde zich. Om de schatkist te vullen had koning George III extra belastingen opgelegd aan de Amerikanen. Dit schoot in het verkeerde keelgat, aangezien de Amerikanen geen zeggenschap hadden binnen het Engelse parlement. De kolonisten waren het zat om kaalgeplukt te worden en de revolutie, die zich enkele jaren later ook over Europa uit zou strekken, brak uit in 1775.
Op dat zelfde moment stonden de Britten op slechte voet met de Fransen. Ze hadden 15 jaar geleden nog tegen hen gevochten om Amerikaans grondgebied. De Franse patriotten leverden dan ook graag buskruit en munitie aan de Amerikaanse rebellen. Ook Nederlandse aanhangers van de patriotten steunden de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd. Wel op zijn Hollands natuurlijk: de geweren en munitie werden voor goed geld verkocht aan de vrijheidsstrijders.
Held of verrader?
Tijdens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog heeft Benedict Arnold (1741-1801) een grote rol gespeeld. Deze man had nog tegen de Fransen gevochten maar was na die oorlog apotheker en handelaar geworden. De nieuwe belastingen voor de Britten zorgden bijna voor zijn faillissement. Hij had weinig keus en ging in de illegale handel. In 1775 belandde Arnold weer in het leger en werd hij benoemd tot kapitein. Na het uitbreken van de revolutie marcheerde hij met zijn troepen naar Boston, de stad waar het allemaal was begonnen. Arnold behaalde in de roerige jaren die volgden grote en doorslaggevende successen maar hij kreeg niet de eer die hij verdiende: de door hem verwachtte promotie bleef maar op zich wachten. Daarnaast moest hij in 1778 voor de krijgsraad verschijnen wegen enkele futiliteiten en ook zijn onkosten kreeg Arnold niet vergoed.
Er knakte iets in de militair die jarenlang hard had gevochten en zelfs zijn been had opgeofferd voor zijn vaderland. Arnold bedacht een plan en zocht in 1780 contact met de Britten. Zijn troepen bewaakten op dat moment een fort bij West Point. In zijn brief bood Arnold het fort aan in ruil voor de functie van generaal in het Britse leger en 20.000 pond. De boodschapper van dit bericht werd echter door de Amerikanen onderschept en als spion opgehangen. Arnold wist hals over kop te ontkomen.
Dit is alleen niet het hele verhaal. Privézaken speelden ook een belangrijke rol in de beslissing van Arnold. Hij was namelijk in 1779 getrouwd met de 18-jarige en beeldschone Britse sympathisante Peggy Shippen. Deze dame was gewend om geld uit te geven en de minder gegoede Arnold zat al snel in de schulden. En misschien heeft ze ook wel op hem ingepraat om de Britse kant te kiezen.
Arm en berooid
Nadat zijn verraad was uitgekomen, vluchtte Arnold met zijn gezin naar Engeland. Hoewel de Britten aardig over de brug kwamen, ze betaalden hem toch nog 6000 pond, vertrouwden ze Arnold nooit helemaal. Het leger was geen optie dus had hij geen andere keus dan zijn geld te verdienen met louche handeltjes. In 1801 stierf Arnold arm en gebroken in Londen. Peggy zou hem drie jaar later volgen.
In de Amerikaanse schoolboeken is Arnold hét grote voorbeeld van een verrader: hun eigen Judas. Hierbij wordt voorbij gegaan aan het feit dat zijn aandeel in de strijd voor de onafhankelijkheid van doorslaggevende waarde is geweest. Hij was eens een held maar zal nooit meer zo worden uitgebeeld, ook niet op een schaakbord.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.