Mythes, sagen en heldenverhalen uit lang vervlogen tijden inspireren schrijvers al eeuwen. De laatste 100 jaar leidde dat tot meer dan alleen boeken en theaterstukken. Oude helden zijn nu keer op keer te zien op het filmdoek, tv-scherm en… op het schaakbord.

Robin Hood is een van de klassieke helden die vertegenwoordigd is in het Schaakstukkenmuseum. Reizende muzikanten fleurden de kasteelzalen, binnenplaatsen van herbergen en marktpleinen op met hun verhalen over hem. Of de legende werkelijk bestaan heeft is niet helemaal zeker aangezien zijn naam niet in de officiële documenten is terug te vinden. Robin Hood zou in de 13e eeuw geleefd hebben in Sherwood Forest. Dit bos stond in die tijd inderdaad bekend als een toevluchtsoord voor gezochte (kleine) criminelen.

De eerste keer dat Robin Hood in een literair werk voorkomt, is aan het eind van de 14e eeuw. Pas later zou de vogelvrijverklaarde in liederen en sagen neergezet worden als de helper van de armen. Aan het einde van de 16e eeuw verplaatsten de schrijvers het verhaal naar de tijd van de kruistochten (eind twaalfde eeuw), waaraan de Engelse koning Richard Leeuwenhart deelnam. Tijdens de afwezigheid van de koning zou zijn broer Jan het koninkrijk tiranniseren. In de 19e eeuw krijgt Robin Hood weer een andere achtergrond: volgens schrijver Walter Scott was hij de graaf van Loxley. Deze versie van de legende is later het meest verfilmd en daarom vandaag de dag het bekendst.

Ene legende inspireert de ander
William Shakespeare (1564-1616), de beroemde Engelse schrijver, gebruikte Robin Hood en zijn vrijbuiters ook in zijn werk. Hij verwees naar de klassieke boef in de toneelstukken The Two Gentlemen of Verona en As You Like It. Shakespeare haalde zijn inspiratie voornamelijk uit verhalen uit de Klassieke Oudheid (Ovidius, Plato, Seneca en Plutarchus), kronieken over de Engelse geschiedenis en andere sagen en legendes. Weinig van Shakespeares werk heeft een originele verhaallijn en de meeste toneelstukken bestonden zelfs al, zoals de beroemde Romeo & Juliet, Hamlet en King Lear. De schrijver bewerkte de oude verhalen en toneelstukken en was er een meester in om hier taalkundig een nieuwe draai aan te geven. Zijn werken waren vanaf het begin dan ook enorm populair.

Shakespeare kwam uit een enigszins gegoede familie: zijn moeder was de dochter van een grootgrondbezitter en zijn vader was een handschoenmaker die het op latere leeftijd zou schoppen tot schout. Als jongen kreeg Shakespeare een aardige opleiding maar zijn roeping was om ambachtsman te worden. Hij leerde bij zijn vader in de werkplaats en winkel het vak van handschoenenmaker. Na zijn huwelijk en de geboorte van zijn drie kinderen, vertrok Shakespeare in 1587 alleen naar Londen. Daar zat het tij hem mee: Elizabeth I had in 1558 de troon bestegen en zij was dol op toneelstukken. De gezelschappen schoten als paddenstoelen uit de grond, net als de theaters, en er was een grote vraag naar acteurs en toneelstukken. Vanwege de bescherming die naar deze beroepsgroep uitging, van de koningin en in haar kielzog de adel, steeg het ambt in achting. Muzikanten en toneelspelers waren niet langer zwervende paria’s. Ze werden ook een stuk beter betaald dan vroeger waardoor Shakespeare in zijn productieve Londense jaren een aardige duit verdiende.

Nu nog steeds de held
Shakespeares werk heeft een enorme invloed gehad op de Engelse taal, waarin veel van de door hem verzonnen uitdrukkingen nog terug te vinden zijn. Zijn toneelstukken zijn nog steeds een inspiratiebron voor toneelgezelschappen en filmregisseurs. Tussen 1978 en 1985 begon de BBC aan het grootste Shakespeare project op film ooit. In zeven seizoenen zouden alle 37 toneelstukken verfilmd worden, zoveel mogelijk in de originele setting en met de originele tekst. De beroemd geworden serie is daarna niet meer in omvang geëvenaard. Het schaakspel wat gebruikt werd in The Tempest, een van de laatst geschreven toneelstukken van Shakespeare, is te bewonderen in het Schaakstukkenmuseum.

Door Marjolein Overmeer